Posts Tagged ‘The New Pornographers’

Plaatjes Kijken: Neko Case – Middle Cyclone

juni 30, 2009

nekocase_middlecyclonehsk

Of je ‘m nou ziet in de vinylbakken, de cd-winkel op ’t station of de iTunes Store, soms is een albumhoes genoeg om een bepaalde plaat te willen hebben. De ene keer een absolute aanwinst, de andere keer een gedrocht dat je nooit meer draait, maar in ieder geval bijzonder genoeg om naar te blijven kijken. Deze week:

Neko Case – Middle Cyclone

‘Middle Cyclone’, het vijfde solo album en opvolger van de doorbraakplaat ‘Fox Confessor Brings The Flood’ (2006) van Amerikaanse zangeres en parttime-bandlid van Canadese supergroep The New Pornographers, Neko Case, verscheen in maart 2009. Met deze band wist ze een aardig poppubliek te bereiken, in haar eentje richt ze zich liever op de liefhebbers van alternatieve country. ‘Middle Cyclone’ doet zijn titel eer aan, want het album is een wervelende orkaan van 15 vlotte nummers. Ondanks haar relatieve onbekendheid bij de massa bereikte de plaat in de USA vlak na de release de derde plaats in de Billboard Album Hitlijst.

Case is niet zo’n doorgaanse, typische gitaarknuffelende countryzangeres. Muzikaal gaat de eigenwijze dame van muziekdoosjes tot grungy gitaarpartijen, ze betovert met emotievolle maar krachtige stem en ook uiterlijk ziet ze er niet uit als zo’n vroome, schattige vrouw. Case is uitgeroepen tot één van de sexiest babes in de indie. Neko Case zoekt immer het contrast op. Ook al is ze lief voor dieren en promoot ze de natuur, aaibaar en mak is ze zeer zeker niet. Neko geeft bijna in elk interview te kennen wat voor een serieuze controlefreak ze is.

Dus is Neko op de albumhoes van ‘Middle Cyclone’ te zien in een stoere, strijdbare houding. Als een gestoorde speerwerpster, blootvoets met lekkere benen en in zwarte strakke kleding geknield voor op een roestbruine oldie, d’r rode haar wapperend in de wind (van de orkaan) en een bijna angstaanjagende, vastberaden blik gericht op haar ‘prooi’. Buiten dat Case ongetwijfeld mede het concept voor het artwork heeft verzonnen, is er niet zoveel bekend. Al denken wij dat de Canadese het sensationele ‘werk’ van Tawny Kitaen in Whitesnake’s ‘Here I Go Again’ in gedachte had bij het bedenken van de hoes.

De cover heeft nogal wat aandacht gekregen en het ligt voor de hand waarom. Je ziet niet elke dag een opvallende, mooie roodharige op een gespierde autoeen Amerikaanse bak van het type Mercury Cougar uit 1968, een icoon in zijn tijd (zie deze reclamespot uit ’75 met actrice Farrah Fawcett, die overigens net overleden is) – met een hardcore zwaard in haar hand. Maar net als seks, drugs en rock ‘n’ roll zijn sexy vrouwen en auto’s ook altijd onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Want dat verkoopt gegarandeerd.

Neko’s pittige karakter schijnt niet alleen in de hoes door, ook in de songs. Zo hangt ze in het nummer ‘People Got A Lotta Nerve’ bijvoorbeeld de diva uit en zingt dat ze een ‘mannenverslindster’ is. Ze gaat achter jongemannen aan. In dat opzicht klopt het precies dat Neko Case op een Mercury Cougar zit met een zwaard in de aanslag. Het type auto lijkt nadrukkelijk gekozen. Cougar vertaald zich namelijk naar poema. Snap je? Jagen, speer, prooi, poema? Ergens anders is ze een olifant, een killer walvis en even later zingt ze ‘ik ben een dier, jij bent ook een dier’.

Persoonlijk vinden we de typografie – die er slordig lijkt opgezet met een paar stiften – behoorlijk lelijk. Maar ach, wie let daar nou nog op als er een onverslaanbare drieëenheid van een macho slee, middeleeuws wapen en een pikante roodharige te zien is? De hoes van ‘Middle Cyclone’ is afgezien daarvan een behoorlijk sterk beeld.

Recensie: V/A – Dark Was The Night

maart 7, 2009

Amerikaanse organisatie Red Hot kwam met het idee voor ‘Dark Was The Night’ (4AD), een nieuwe verzamel dubbelcd ten voordele van de strijd tegen Aids, en vroeg de broertjes Aaron en Bryce Dessner van The National om het proces te overzien. Albums voor het goede doel worden altijd met de beste intenties geïnitieerd. Meestal is het resultaat echter zwaar teleurstellend. De uitverkozene namen zien er interessanter uit dan dat het uiteindelijk muzikaal is. Artiesten leveren een oude, verdwaalde track of flauw b-kantje in, of maken er zich met een middle-of-the-road cover vanaf. Gelukkig is de compilatie ‘Dark Was The Night’ daar een hele grote uitzondering op!

Het is een bevlogen, zeer indrukwekkende, meer dan twee uur omvattende verzameling van 31 exclusieve songs. Niet alleen de namen die op de beide hoezen prijken en muzikale bijdrages leverden in de vorm van eigen, veelal ingetogen unieke liedjes, fraaie samenwerkingen en vindingrijke covers omvatten het neusje van de indie scene zalm anno 2008/2009, vooral de Amerikaanse. Maar ze maakten er ook stuk voor stuk, slechts enkele bands daargelaten, iets speciaals van. Sommige overstijgen zelfs hun al geniale niveau.

Vooral de eerste schijf staat bomvol juweeltjes. David ‘Talking Heads‘ Byrne en Dirty Projectors vocalen passen perfect in ‘Knotty Pine’, zoals de stemmen van Death Cab’s Ben Gibbard en Feist naadloos samensmelten in hun schitterende cover van Vashti Bunyan’s ‘Train Song’. Feist’s latere ‘Service Bell’ bijdrage met Grizzly Bear, daar valt de kaak van open zo mooi en ook My Brightest Diamond’s rokerige versie van ‘Feeling Good’ en Yeasayer’s lenige uitvoering van ‘Tightrope’ heft de wenkbrauwen ver omhoog. Het uitwaaierende ‘Sleepless’ van The Decemberists is simpelweg meesterlijk.

Bon Iver levert een schattige song over een klein dorpje in Wisconsin, half cello half electronica duo The Books doet met José González een ijzingwekkende cover van Nick Drake’s ‘Cello Song’, Dessner tekent met Iver voor een van de meest spooky tracks ‘Big Red Machine’, terwijl zijn broer met Antony Hegarty Bob Dylan’s traditionele ballad ‘I Was Young When I Left Home’ heel sober en tragisch opfleurt. Sufjan Stevens mag afsluiten met zijn Castanets versie ‘You Are The Blood’, desolate pianoklanken, minimale electronica sounds en mystieke vocalen zetten de nekharen overeind. Buck 65’s remix van ‘Blood Pt. 2’ is er zo eentje die je kunt skippen…

Schijf twee is iets wisselvalliger dan de eerste, maar niettemin de moeite. Spoon opent met het wat meer ritmische, zwierige ‘Well-Alright’, waarna het zouteloze ‘Lenin’ van Arcade Fire volgt. Vanaf hier is het ofwel mmmm ofwel aardig entertainend. Het niveau zakt een beetje in. De betere tracks komen van New Pornographers (die een van hun bandcollega’s Dan Bejar’s ‘Destroyer’ songs covert), het altijd ontspannen rockende Yo La Tengo, de geile Blonde Redhead & Devastations samenwerking, Riceboy Sleeps (met leden van Sigur Rós) en Gillian Welch samen met Conor ‘Bright Eyes‘ Oberst. En Cat Power klinkt als twee druppels soulvol Janis Joplin water.

Het is eigenlijk gewoon teveel om specifiek te bespreken. De enige minpunten die we kunnen vinden is dat er weinig hip hop op voorkomt, er niet al te uitbundig gerockt wordt en er ook weinig te dansen valt. Maar goed, het is dan ook geen feesten en partijen plaat, echter een echt (f)luisteralbum. Dus trekken die portemonnee en rap. Genieten met volle teugen! ‘Dark Was The Night’ is een meer dan waardige opvolger van Red Hot’s eerdere uitgaves, de Cole Porter coverplaat ‘Red Hot + Blue’ (1990) en ‘No Alternative’ (1993), met Pavement, Sonic Youth, Nirvana en anderen. Die je trouwens ook moèt hebben.

Op de speciale ‘Dark Was The Night’ site beluister je wat tracks en nog meer op de MySpace stek. The National’s bijdrage ‘So Far Around The Bend’ live kun je hier checken.

SPINNER SCORE: 88/100